Vrolijke pinguïns uit de crisistijd
De pinguïns van Jan Trapman in het Beatrixpark
Foto: Lida Goede
In het prettige Beatrixpark staan heel wat beelden, zoals de vrouwenfiguren van Ellen Roos in de eendenvijver – vorig jaar gerestaureerd – die gezellige hond van Elena Engelsen uit 1979 en, sinds 1972, de leeuwen, Beestenbeelden genoeg in stad en park en zo hebben we dus ook de pinguïns van Jan Trapman (1879-1943).
Otto von der Gablentz, de drie jaar geleden overleden oud-ambassadeur
van Duitsland, was zeer gesteld op dat beeld.
"Een park is een prima plek voor leuke beelden, ze staan
daar prominenter dan zomaar ergens in de stad. Dat het beeld amusant
is om naar te kijken, maakt ook dat het voor kinderen toegankelijk
is. De afgebeelde houding is typerend voor pinguïns en het is
een vrolijk beeld. Amsterdam heeft genoeg beelden de verwijzen
naar een rampzalige episode uit de geschiedenis,” zei hij tegen
Merel van Tilburg, samenstelster van het boek Beelden van Amsterdam.
En hij vervolgde: “Het beeld is dus geen grote kunst, letterlijk
noch figuurlijk, maar eerder gebruikskunst. Kunst als onderdeel
van het dagelijks leven. Je laat kinderen zien dat je deze dingen
op zo’n manier kunt verbeelden en zet ze zo aan om zelf ook dingen
te maken."
Tsja. Vraagje aan de zevenjarige Louis: Zou jij ook zoiets willen maken? Louis: "Ja, maar ik weet niet hoe." De discussie over de vraag of het hier grote kunst betreft of niet, hebben we vermeden. Hij dacht trouwens dat het eenden waren. Te weinig in Artis geweest.
Trapman kwam daar wel veel. Hij was echt zo n beestenhouwer, net als Jaap Kaas (1898-1972). Die is, in tegenstelling tot Trapman, nog wel een beetje bekend. misschien door de aantrekkelijke eenvoud van zijn naam.
Van Trapman weten we dat hij uit Scherpenisse kwam, in Antwerpen werd opgeleid, in 1905 naar Amsterdam trok en hier ook is gestorven.
Ze zijn samen nog te vinden op het Muzenplein en rond de Vierwindstrekenbrug over de Admiralengracht in de Jan van Galenstraat. Trapman staat daar op het bordes bij de trap naar het Erasmuspark met een tijger en een ijsbeer, Kaas – hij hield trouwens zich ook wel eens met iets anders bezig – heeft er een moeder met kind staan. De brug zelf is overigens bekend door een serie van vier werkstukken van Hildo Krop, die de vier windstreken tonen.
De pinguïns komen hier oorspronkelijk ook vandaan. Ze zijn uit 1933, het begin van de crisistijd, toen er kennelijk toch nog reden was voor iets vrolijks en decoratiefs. Mirjam Louisse van de Vereniging Vrienden van het Beatrixpark heeft geprobeerd te achterhalen wanneer de pinguïns naar het park kwamen; het moet ergens eind jaren vijftig zijn geweest, stelt ze vast.
Fotograaf Lida Goede, samensteller van de mooie site buitenbeeldinbeeld.nl heeft biologie gestudeerd. En daar hebben we nu plezier van. Haar valt op dat het allemaal verschillende soorten pinguïns zijn, gezien de verschillende snavelvormen en de oogstreep van één van de vogels. Die soorten kruipen nooit zo lekker tegen elkaar aan.
Maakt het beeld alleen maar ontroerender.
3 mei 2010
Niet zichtbaar in Streetview