Voor sommigen iets té realistisch
De gouden vuilnisbakken in Molenwijk (Noord) van Marijke van Warmerdam
Foto: Lida Goede
Zestien jaar geleden zijn de goudkleurige vuilnisbakken voor de flatgebouwen Tjasker en Spinnekop in Noord neergezet. Bij Tjasker staan ze nog steeds. Het is beeldende kunst, maar zeer toegepaste: Marijke van Warmerdam kreeg de opdracht markeringspunten aan te brengen, zodat je de nogal op elkaar lijkende ingangen niet met elkaar verwart. Iemand woont dus bij de drie vuilnisbakken, of bij de zes.
Vuilnisbakken voor de deur, een aardige, bijna vanzelfsprekend naar de geschiedenis verwijzende vondst.
Maar daar wordt verschillend over gedacht. In 2005 waren de bakken in verband met werkzaamheden even verwijderd, en bewoner Evert van Wissel zag, getuige een bericht op Molenwijk.web-log teleurgesteld dat ze terugkwamen. Want ze trekken zwerfvuil aan en het is net of altijd de vuilnis buiten staat . Vuilnisbakken die vuil aantrekken, het is toch aardige ironie. Van Warmerdam heeft er geen slapeloze nachten van. Ze kan zich de verwarring wel voorstellen, maar: "Een vuilniszak kan overal worden neergezet, en het is ook wel logisch dat men dit een geschikte plek vindt. De gemeente zal dat wel niet zo leuk vinden."
Ondertussen is de gewone zinken vuilnisbak al zo’n veertig jaar van de straat verdwenen. Ieder gezin kreeg er destijds een van Stadsreiniging in bruikleen, een genummerd exemplaar met de letters SR erop.
Het was de tijd van de ratelaars en van de vuilnisbakkenschoonmaker. Die figuur is in de verhalen wat onderbelicht gebleven. Hij volgde trouw de vuilniswagen en ging dan met water en zeep in de weer. Niet bij elke vuilnisbak, je moest voor deze service betalen en de meeste Amsterdammers voelden daar niets voor.
Met die ratelaar is iets merkwaardigs aan de hand. Men denkt over het algemeen dat die altijd de komst van de vuilniswagen aankondigde. Dat staat ook op officiële site http://Amsterdam.nl: “Pas op het moment dat de ratelaar de straat inliep en begon te ratelen, mochten de mensen hun vuilnis buitenzetten.” Dat strookt niet met mijn herinnering – wij zetten de bak gewoon ‘s ochtends buiten. Maar het zou ook onlogisch zijn. Hoe moesten werkende alleenstaanden – die had je toen ook, zij het in mindere mate – dan van hun vuilnis afkomen? En wat lees ik in het boekje “Een stukje potlood van twee-en-een-halve centimeter” van Yvonne Kruk, die opgroeide in de Indische Buurt? “Als de vuilnisman bijvoorbeeld rond de feestdagen op een ongewone dag kwam, verscheen de ratelman.” Zo was het, de ratelaar was geen alledaagse verschijning.
De overgang van de vuilnisbak naar vuilniszakken is geleidelijk gegaan. Aanvankelijk deed men de zakken in de bak; ik weet nog dat ik met enig afgrijzen de kale zakken langs de kant van de straat zag verschijnen. En op een gegeven moment kregen we allemaal een brief van Stadsreiniging dat er alleen nog maar zakken op straat mochten worden gezet. De bakken mochten we houden. Ze worden nog wel eens aangeboden, voor minstens 25 euro.
Naast de vuilnisbakken in Noord hebben we nog een standbeeld dat verwijst naar ons afvalverleden: sinds 2007 staat De Ratelaar op het Kwakersplein in Oud-West.
19 april 2010
Niet zichtbaar in Streetview