Waar is het notitieblok, de telex, de camera?
Het monument voor Mozes Vaz Dias van Herman van der Heide
in de Weesperstraat
Foto: Lida Goede
De stad houdt Mozes Vaz Dias (1881-1963) in ere. Er is een brug naar hem genoemd en daar vlakbij, in de Weesperstraat, staat sinds 1965 een monument voor hem, een sculptuur van Herman van der Heide (1917-2003).
Vaz Dias, in de wandeling Védé of MS genoemd (Mozes, zoon van Salomon), richtte het persbureau Vaz Dias op, één van de voorlopers van het ANP. Een aangenaam ondernemende figuur, hij begon zijn bureautje toen hij 22 was, in een kamertje in zijn ouderlijk huis, op de hoek van de Raamgracht en de Kloveniersburgwal. Telefoon had hij niet, bellen deed hij bij sigarenzaak Cardoso in de Sint Antoniesbreestraat. Deze Cardoso was ook één van zijn correspondenten. Voor de plaatselijke nieuwtjes was hij afhankelijk van kasteleins, politieagenten en anderen, die hij per tip een kwartje betaalde.
Allemaal kruimels. De doorbraak kwam, schrijft Frans Peeters in een portret van Vaz Dias, na een zware westerstorm, die de zee zo had opgezweept dat een duin bij Bergen was ondergraven en de villa die erop stond, naar beneden stortte. Vaz Dias hoorde ervan via de baas van een tweewekelijks krantje in Alkmaar, dat hij van hoofdstedelijk nieuws voorzag. De man dacht abusievelijk dat Vaz Dias verslaggever was van het prestigieuze Algemeen Handelsblad en opperde door de telefoon: "Misschien heb ik iets voor je."
Vaz Dias ging er inderdaad mee naar 'het Handelsblad' en die avond stond op de voorpagina: 'Het Correspondentiebureau Vaz Dias deelt het volgende mee...'
Van zijn vrouw hoorde hij dat bij Asscher de beroemde Cullinandiamant werd gekloofd (1908). Zij tikte de persberichten uit. Met de stapeltjes berichten voor kranten in het noorden ging ze naar de nachtboot naar Lemmer en daar vroeg ze willekeurige passagiers de enveloppen bij de redacties af te geven. Het werkte.
Vaz Dias' bureau groeide uit, hij had de primeur dat Louis Blériot als eerste over Het Kanaal was gevlogen (1909) en waarschijnlijk was hij de eerste die meldde dat de Oostenrijkse aartshertog Frans-Ferdinand in Sarajevo was vermoord (1914), de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog. Hij breidde uit met een fotobureau en stortte zich op de radio. In 1935 verkocht Vaz Dias, de pionier, zijn bureau aan het ANP.
Vinden we elementen uit dit levensverhaal terug in het beeld? Een notitieblokje, een camera, een telexapparaat? Ik noem maar wat, ik ben de kunstenaar niet. Nee, niets van dat al. Dit monument had er ook kunnen zijn voor burgemeester D'Aillly of voor Sjakie Swart.
Is dat erg? In Het Amsterdams Beeldenboek snijdt Warna Oosterbaan deze kwestie aan. Vaz Dias is vrijwel vergeten 'en zo hebben de stichters toch niet geheel bereikt wat hen voor ogen stond'. Oosterbaan tilt daar niet zwaar aan: 'Als het een goed beeld is, zoals het Vaz Diasmonument, kan het ook op eigen kracht verder.'
Hier wordt dunkt me de zaak op z'n kop gezet. Als we een monument voor iemand oprichten, laat het dan speciaal voor die figuur zijn. Anders kunnen we bij elk abstract beeld wel de naam van een belangrijke Amsterdammer zetten. En als Van der Heide wel iets specifieks voor Vaz Dias had aangebracht, dan hadden de kijkers gedacht, o ja natuurlijk, dat hoorde bij die man en dat had dan de herinnering aan Vaz Dias wèl gestimuleerd.
Dus als we een monument oprichten voor Sjaak Swart - en wat is daar tegen? - mag daar dan een voetbal in worden verwerkt?
19 augustus 2010
Streetview