Kunstwerk te koop t.e.a.b.
De kerstboom van Peter Doeswijk op het Waterlooplein
Foto: Lida Goede
Kunstenaar Peter Doeswijk (1952) heeft heel lang oude telefoons ingekocht, die laten beschilderen en ze daarna met een aardige winst weer van de hand gedaan. Hij heeft doeken met zeventiende-eeuwse schilderijen gespannen op de bouwketen voor de Noord/Zuidlijn bij het Centraal Station. De containers van het Waterlooplein heeft hij opgesierd met foto's van het vooroorlogse plein.
Hij heeft chemie gestudeerd en maakte toen tandpasta die naar banaan smaakte en paarse scheerschuim; beide producten hebben de mark niet veroverd. Een aardig idee om geld te verdienen met lege flessen, strandde op de logistiek: hij moest er vrachtwagens voor aanschaffen en personeel voor aannemen. Doeswijk is niet het type dat daar gelukkig van wordt.
Wat hij wel boeiend vond: samen met leerlingen van het ROC van Amsterdam kerstbomen maken, hij heeft het tien jaar gedaan.
De eerste verscheen in 1999 op het Thorbeckeplein. En de jaren erop werden het er steeds meer, ze waren rond de kersttijd vaak te zien aan de Amstel.
Het waren spectaculaire bomen, de ene was gemaakt van stoelen, de andere van oude fietsen of piepschuim, er was er één die op een lampenkap leek en een ander was net een blokhut. Een aantal van die bomen is een paar jaar geleden bij een veiling voor een goed doel verkocht. En zo heeft uitgever Willem Nijhoff er eentje in zijn plantsoen staan.
Die eerste boom, de oerboom, staat, na een tijd in een opslagplaats is Aalsmeer te hebben doorgebracht, sinds begin van dit jaar op het Waterlooplein. Een boom van doorzichtige metalen kubussen. Doeswijk: "Mijn ontwerp, de eerstejaars hebben de kleine kubussen gelast, de tweede- en de derdejaars de grote, de vierdejaars hebben het in elkaar gezet."
Met diep respect voor de beeldende kunst wordt de boom, min of meer geadopteerd door de marktliedenvereniging, niet behandeld. Er hangt een wat onnozel bordje aan: 'Waterloopleinmarkt, altijd feest.' Doeswijk vindt dat ook niet zo'n succes, maar, zegt hij, "het beeld en het plein hebben veel gemeen: kleurrijk, grote en kleine dingen erop, tweedehands materiaal en de prijs is onderhandelbaar."
Punt is: het beeld moet weg. Het staat tussen twee metroroosters in, de metrolijn is aan onderhoud toe, de roosters zijn de ingang voor de werklieden. "Als ik niet zorg dat hij weg is, haalt de gemeente hem weg, op mijn kosten. En die kosten zijn nogal hoog, er zijn vier vrachtwagens alleen al nodig voor het vervoer. En die opslagplaats heb ik niet meer."
En er is ook wat achterstallig onderhoud waar Doeswijk geen geld voor heeft.
Kortom, het beeld is te koop. Tegen elk aannemelijk bod. Desnoods voor niks. Als het maar wordt weggehaald.
"Jazeker gaat me dat aan het hart. Maar als hij in een of andere tuin komt te staan, ben ik tevreden. Ik ga er wel een keer onder barbecueën."
Nogal een klus: er zijn vier vrachtwagens nodig voor het vervoer
5 juli 2010
PS: Er kwam inderdaad een koper, lees
meer.