Toch maar niet verpatst
De Vis van Picasso in het Vondelpark
Foto: Lida Goede
In 1965 bestond het Vondelpark honderd jaar. Dat werd gevierd met het planten van 775.000 bloembollen, een prijsvraag voor een Vondelparklied die weinig sporen heeft nagelaten en een beeldententoonstelling. Samensteller Willem Sandberg van die tentoonstelling, directeur van het Stedelijk Museum, kreeg heel wat grote namen bij elkaar: Zadkine, Picasso, Lipchitz, Moore, Calder, Tajiri, Tinguely, Appel. Wim T. Schippers bracht zijn enorme stoel in, die heeft er nog jarenlang gestaan. In het boek Ode aan het Vondelpark is te lezen dat personeelsleden van een elektrotechnisch adviesbureau nog een gekkigheidje hadden gebouwd van verwarmingsonderdelen. Schippers stoel prikkelde daar kennelijk toe en dat die grap een groot succes was: het werk werd hoogst serieus genomen.
Nu resteren nog twee beelden van die tentoonstelling in het park: Cascade van Shamai Haber en Figure découpé van Picasso, in de wandeling De Vis genoemd, wat geen erg adequate vertaling is. Picasso schonk het aan de stad onder voorwaarde dat het zijn plek zou behouden.
Het beeld kwam in 1994 ruimschoots in het nieuws. Er was kostbaar onderhoud nodig aan het park en Rita Weeda, bestuurder van stadsdeel Zuid, leek het verstandig die Picasso voor dat doel te verkopen. De rapen waren gaar. Cultuurwethouder Ernst Bakker 'piekerde er niet over'. Weeda sputterde nog wat, want ze had een bijkomend argument: zo'n Picasso was nogal diefstalgevoelig, het zou wellicht beter zijn hem door een replica te vervangen. De grachtengordel sloeg zich op de dijen van het lachen over zoveel cultureel onbenul van de bestuurder. Bakker: "Hoe kan iemand zoiets bedenken. Een replica maken kan al niet om auteursrechtelijke redenen."
Weeda had een punt, maar kennelijk besefte ze dat toen niet: het beeld zelf is al een replica, en wel van een ontwerp van een metalen sculptuurtje van de meester. De Noor Carl Nesjar maakte daar, onder groot enthousiasme van Picasso overigens, en voor de somma van dertigduizend gulden, een uitvergrote betonsculptuur van. Picasso kende het beeld verder alleen van foto's, hij heeft nooit de moeite genomen het te bekijken, laat staan aan te raken. Maar hij bezat het kennelijk wel want anders, nemen we maar aan, kon hij het niet weggeven. Maar een Picasso? Nou nee. Wie biedt?
De politieke carrière van Rita Weeda was hiermee nog niet geëindigd. In 1998 stapte ze, na achttien actieve jaren, uit de stadsdeelpolitiek en in 2006 dook ze weer op als wethouder, van cultuur nota bene, maar nu in Arnhem. Daar struikelde ze voortijdig over.... standbeelden. De gemeente had zeven ton uitgetrokken voor de beeldententoonstelling Sonsbeek 2008, die, zo bleek, 1,6 miljoen gekost had.
Ze stapte op, werd interim-wethouder in Geldermalsen en is sinds kort wethouder in Renkum. De PvdA-afdeling Renkum spreekt van een kwaliteitsimpuls. En misschien is dat ook gewoon waar.
20 juli 2010
Niet zichtbaar in Streetview