Paul Arnoldussen, journalist en schrijver
In 1982 kwam ik bij Het Parool, dankzij schrijver Tom Pauka, destijds columnist bij de krant. Hoofdredacteur Wouter Gortzak wilde "iets voor kinderen." Ik ging er de dagelijkse jeugdpagina Goochem maken. Hoofdredacteuren komen en gaan, portefeuilles van journalisten wisselen. De laatste jaren bij de krant hield ik me vooral met geschiedenis bezig, met name die van Amsterdam. Een prettige taak, er komt dagelijks geschiedenis bij en er gaat alleen maar toekomst af.
Foto: Hans Frederiks
Voordeel van geschiedenis is dat het redelijk tijdloze verhalen en series oplevert. En dat is dan ook de rechtvaardiging van deze site. Actuele stukjes, die ik overigens nauwelijks meer schrijf, staan alleen op de homepage. Wel is er wat ruimte voor wat nevenactiviteiten die ook vrijwel allemaal met geschiedenis te maken hebben.
Reacties zijn welkom, maar worden niet gepubliceerd. Ik kijk wel uit, het moet wel een prettige site blijven. Die nog enigszins de ijdelheid streelt. Want zo is het, toegegeven, natuurlijk ook.Reageer
Argus verschijnt vanaf 1 maart. Een tweewekelijkse krant
die drijft op enthousiasme. Geen formats, geen doelgroepen,
verhalen van vooral gepensioneerde journalisten die niet
schrijven omdat ze moeten maar omdat ze er zo’n zin in hebben.
Grote namen, minder bekende namen, zie de Argussite, maar
allemaal benaderd omdat we ze heel goed vinden. We gaan
niet geborneerd doen: Thomas Lepeltak v/h Stan Huygens,
welkom. Ja, veel medewerkers willen graag een column, dat
hebben we flink moeten temperen. Hun stukken zijn zo kort
al mogelijk en zo lang als nodig. Reportages, meningen.
Beetje mopperen mag maar moet niet ontaarden in chagrijn.
Vierentwintig pagina’s op het formaat van Propria Cures.
Dat is iets afwijkend van tabloid. Stevig papiertje. Vijftig
euro per jaar. Kwam nog het idee op er 49,90 van te maken.
Vastgesteld: geen onzin, we zijn straight. Actueel, op donderdagochtend
kunnen we nog leveren voor de krant die vrijdag in de bus
valt.
Nou die 1500 abonnees nog. Dat komt vast wel goed.
Voor proefpagina’s van het nulnummer, een lijst van medewerkers
en een formuliertje om je te abonneren:
www.argusvrienden.nl
Ontwerp: Piet Schreuders
Je kunt boeken of boekjes schrijven over de Olympische Spelen in Amsterdam, over de geschiedenis van Café Scheltema, de poes in de oorlog of kunstenaars in Parijs of Cagnes-sur-Mer, maar het publicitaire leven is pas echt een beetje geslaagd als je een Gouden Boekje kunt schrijven.
De Parelduiker is het origineelste literaire tijdschrift
in Nederland, heel leesbaar ook voor de minder ingewijden
en daarbij nog zeer verantwoord. Vol verborgen literaire
schatten. De naam is ontleend aan Multatuli, Een parelduiker
vreest den modder niet, het blad verschijnt vijf keer
per jaar, al sinds 1996.
Vanaf begin 2015 heb ik daar een vaste rubriek in, De laatste
pagina. Het is de enige actuele rubriek in het tijdschrift,
gewijd aan een literaire figuur die onlangs is overleden.
Aan de orde zijn inmiddels geweest W.A.M de Moor, Ad den
Besten, Ludovík Vaculík, Eriek Verpale, Jean Schalekamp
en Jaap Zijlstra..
15 december 2016
Ieder uur zit er wel een liedje in mijn hoofd. Het is dus
geen moeite daarover regelmatig iets op te tikken.
Huub van der Lubbe schijnt Alex Roeka (1955)
‘de allergrootste’ te hebben genoemd. Bij mij hangt zo’n
oordeel van m’n stemming af, maar er zijn momenten, niet
de vrolijkste, dat ik teruggrijp op Dit kleine hart
van mij.
15 december 2016
Marten Toonder: Argus
Veel te lang niets gedaan aan de site, het nieuwe blad
Argus neemt me in beslag.
Bas Lubberhuizen en Thijs Wierema hadden bij Scheltema op
een mooie avond deze zomer wat gemijmerd over de oude opiniebladen.
Dat knisperende papier, het enthousiasme halverwege de week
waarmee ze zich naar kiosk of boekhandel spoedden om de
nieuwe HP en Vrij Nederland te kopen. En nu: De HP een maandelijks
magazine, VN in crisis.
Bas vertelde me over die mijmering en ik dacht: dat moet
toch kunnen. Als we gepensioneerde journalisten inschakelen
zijn de loonkosten nihil, en moet zo’n blad – niks digitaal,
in druk - met een kleine oplaag al rendabel zijn. “Ugly
old journalists for ugly old readers.” En inderdaad
dacht ik aan die twee fijne mopperkonten uit de Muppetshow.
Maar ook aan mooi geschreven teksten, verrassende reportages
en vermakelijke rubriekjes. Vond Bas een aardige gedachte.
En toen Carel Helder van het Torpedo Theater – geen mens
met zo veel goede ideeën – enthousiast was: “Ik wou dat
ik dat bedacht had,” wist ik: aan de slag.
Bas en ik mailden Hans Vervoort, schrijver en voormalig
uitgever van Vrij Nederland. Zin in? Zijn antwoord cc-de
hij naar Theo Bouwman, voormalig uitgever van Weekbladpers
en PCM. Die was zo ook ingeschakeld. Bouwman is wat controversieel
in de krantenwereld. Leek ons meer een zaak van Petrus ter
zijner tijd, uitgeven kan hij.
Een weekblad wilde ik, te ambitieus vonden de anderen. Werd
tweewekelijks. Eerst maar eens een hoofdredactie. Zelf mis
ik de kwaliteiten daarvoor, bovendien moet ik nog een meesterwerk
schrijven. Laat mij maar een paar prettige rubriekjes doen.
We benaderden Rudie Kagie van VN die ik altijd heb bewonderd
en John Jansen van Galen die ik ook heel erg waardeer. John
had het te druk (inmiddels wel een hoogst betrokken redacteur),
Rudie Kagie wilde wel en kwam met Kees Schaepman op de proppen,
ex-collega bij VN met wie hij kon lezen en schrijven. Dat
was dus in orde. We wisten een stoet van geweldige medewerkers
aan ons te binden, van Cisca Dresselhuys tot A.L Snijders,
de meesterlijke maar te bescheiden tekenaar Michiel Wijdeveld
(nog lang geen 65-plusser), Martin Schouten, Tom Pauka,
we kregen zelden nul op het rekest. De beste krantenvormgeefster,
Lucy Prijs, ging maar meteen tekenen. Caroline Torenbeek
wilde onze bladmanager wel worden, offertes wezen uit dat
we minimaal 1500 abonnees nodig hebben om op 1 maart te
kunnen beginnen.
Een vliegende start, zeshonderd abonnees in een dag of zeven.
Nu gaat het veel langzamer natuurlijk. We zullen als onze
inventiviteit nodig hebben om die resterende negenhonderd
binnen te halen want geld voor reclame hebben we natuurlijk
niet.
We doen het allemaal voor ons plezier. Niet constant voor
ons plezier hoor, enige heibel hebben we ook wel eens. Niet
te vermijden, niet erg. Ik denk dat we het net redden.
PAUL ARNOLDUSSEN
Lees meer 'Onlangs...' in het archief
Vanaf voorjaar 2012 mag ik me redacteur noemen van het blad van de Vrienden van het Persmuseum. Dat heette Permuseumnieuws, op zich een titel die de lading dekte, niks mis mee dus, maar wel een tikje...