Twee klasgenoten weggevoerd en niet meer teruggekomen
Een Amsterdams leven in foto's
Foto: Eddy Posthuma de Boer
Eddy Postuma de Boer: "Die boom op het Olympiaplein, een populier, stond er al in mijn jeugd. Dat is de Fanny Blankers-Koenboom, vind ik. Die heeft gezien hoe Fanny trainde op de atletiekbaan. En dat heb ik zelf ook gezien. Er is een foto, van kort voor of aan het begin van de oorlog, waarop Fanny is omringd door jongens. Ik heb altijd gedacht dat ik zelf op die foto stond, maar toen ik hem laatst zag, bleek dat helemaal niet waar. Maar ik zag er wel precies hetzelfde uit als die jongens."
"Mijn sterkste herinnering aan het plein dateert van 1943. Het begon ermee dat er werd aangebeld, bij ons op de Marathonweg. Soldaten of agenten, ik weet het niet meer, maar ze waren in uniform. Of er Joden waren bij ons. Dat was niet zo."
"Die dag ben ik de Marathonweg afgelopen tot aan het Olympiaplein. Daar zag ik een heleboel trams staan, lijn 24. Met rijen mensen erbij. Die moesten allemaal die trams in. En plotseling zag ik tot mijn schrik in zo'n tram twee jongens uit mijn klas van de Cornelis Krusemanschool. Paul Duizend, ik zat naast hem in de klas, en zijn tweelingbroer Harold. We hebben nog gezwaaid naar elkaar."
"Wat er met ze ging gebeuren, wist ik natuurlijk niet, maar er was dat gevoel van onheil, van: dit deugt niet. Mijn vader wist dat evenmin. Die vroeg zich in die tijd vooral af hoe hij zijn kinderen kon beschermen. We reageerden zoals alle gezinnen in die tijd: we kapselden ons in. We probeerden zo veel mogelijk het alledaagse te behouden."
"Nee, Paul en Harold Duizend zijn niet teruggekomen."
2 augustus 2011