Die kadetjes waren een hele innovatie

Slagerij van Wijk

buurtwinkels Slagerij van Wijk Foto: Peter Schrijnders

Het zal een jaar of vijf geleden zijn dat een oudere man de slagerij van Raymond en Mariëtte van Wijk binnenkwam en zich voorstelde als Veenboer. Hij wou zijn geboortehuis graag zien. Raymond kende die naam: hij wist dat in 1927 de familie Veenboer de slagerij in de Van Hilligaertstraat in De Pijp was begonnen.

Raymond: "Hij zag tot zijn enthousiasme dat de koeling nog steeds die van 1927 was, een ijzersterk apparaat. Hij heeft de kamer gezien waar hij was geboren. Net als de familie Veenboer wonen wij nu boven de zaak. En na een tijdje had ik nog een vraag voor hém. 'Toen we hier tapijt weghaalden, troffen we een grote ronde vlek. Tikje roze. Weet u waar die vandaan komt?' 'Ja zeker', zei meneer Veenboer, 'daar is in de oorlog illegaal een varken geslacht'."

Slachten doet Raymond van Wijk (1963) niet, het zat ook niet in zijn opleiding. In die van zijn vader die de zaak in 1961 overnam nog wel, maar ook hij heeft het nooit gedaan.

Raymonds vader is nog slagersjongen geweest. Fluitende slagersjongens, dat was een vast bestanddeel van het stadsbeeld. Raymond: "'s Ochtends namen ze de bestellingen op, 's avonds bezorgden ze. Toen Veenboer de zaak leidde, was de winkel kleiner, die was ook niet zo belangrijk. Er kwamen zelden mensen binnen, vrijwel alles ging op bestelling."

Raymonds ouders hadden in het begin niet makkelijk. Wat het nu was, Raymond kan er de vinger niet precies op leggen, maar duidelijk was: men keek een beetje neer op deze mensen, die duidelijk niet uit Zuid kwamen.

De 'modelslagerij' - pas later noemde Van Wijk sr de zaak een 'ambachtelijke slagerij' -leverde kwaliteit en overleefde, terwijl vrijwel alle winkels in de Van Hilligaertstraat de drogisterij, de banketbakkerij, de groentezaak en de speelgoedwinkel verdwenen.

Begin jaren zeventig kwam de eerste supermarkt in de buurt, de Nettorama, om de hoek in de Pijnackerstraat. "Mijn vader dacht: dit is het einde van onze slagerij. Maar het effect was tegengesteld, die supermarkt trok mensen en het vlees was er niet best, dus dat kwamen ze bij ons halen."

Pa heeft nog een wat minder juiste inschatting gemaakt: hij wilde geen belegde broodjes verkopen. Ik ga geen broodjes voor anderen smeren, was zijn reactie. Maar Raymonds broers zetten door en ze mochten tien kadetjes halen. "De eerste klant die ochtend kocht er al drie en om tien uur moesten er nieuwe broodjes komen. Mijn vader was zo sportief die zelf te gaan halen."

Een derde generatie Van Wijk zal de winkel niet kennen. De dochter gaat de kinderverzorging in, de zoon de horeca. Dat vinden Raymond en Mariëtte wel jammer: het is hard werken, maar er staat een goed inkomen tegenover.

Opgeruimd gaat het echtpaar verder. Grote veranderingen verwacht Raymond niet in de branche. "Alles is al wel zo'n beetje bedacht."

Met een WK zijn er altijd collega's 'die dan met een Kluivertje komen, of met een Stammetje, naar Jaap Stam maar dat zijn bestaande producten met andere namen'. Een Bommeltje is van hem niet te verwachten.

Als hij met iets nieuws komt, moet het echt nieuw zijn. Jaren geleden kwam hij op het idee spek in honingmosterdsaus te marineren en dan af te bakken. "Ik dacht: ik laat het oom Sjors, een oude klant, proeven, die kent veel mensen en die praat het dan wel door. Oom Sjors vond het heerlijk."

En hij bleek inderdaad niet de enige te zijn.

2010