Met de collectebus op de toonbank
Bario Market
Foto: Peter Schrijnders
Moustapha Bourass (1974) is geen prater. Vriendelijk is hij wel. Een bijna pensioengerechtigde klant van zijn kleine supermarkt Bario Market in de Tweede Nassaustraat begroet hij met 'dag jongen', een man die drie straten verder woont met 'dag buurman'. Hij zit nu twee jaar in West en hij is tevreden zegt hij. "Amsterdam is een ontspannen stad."
Bourass groeide op in Nador in Marokko, waar zijn ouders ook al een bescheiden levensmiddelenzaak hadden. Hij ging tot zijn veertiende naar school. En in 2000 kwam hij naar Nederland.
Waarom Nederland?
"Weet ik eigenlijk niet." Dat blijkt bij nader inzien wel mee te vallen. Er was familie hier, hij was er een paar keer op vakantie geweest. Bourass werkte in een garage en greep zijn kans toen er een winkel te huur was in de Tweede Nassaustraat. Er stonden er twee naast elkaar leeg, nu heeft hij er een beetje spijt van dat hij het buurpand er niet bijgenomen heeft. Want de zaken gaan goed. Natuurlijk is hij ruim gesorteerd in Noord-Afrikaanse producten een stuk of twaalf soorten couscous heeft hij, waaronder couscous met gedroogde tomaten maar vooral is hij de multiculturaliteit zelve. Norivelletjes voor de sushi, geklaarde boter uit Engeland, soep van de Kleinste Soepfabriek uit Groningen, ingemaakte citroenen, bouillonblokjes met verrassende smaken, buffelmozarella en Goudse kaas. Sap van de merkwaardigste vruchten. Biologische thee en Italiaanse koekjes in prachtige blikken. Verse groente. En wat had hij met het buurpandje gewild? "Ruimte om dingen zelf te maken, vruchtensalades bijvoorbeeld."
Zijn publiek is voor het grootse deel autochtoon. Hij heeft een reputatie bij culi's opgebouwd. Die komen weer met tips en Moustapha is niet te beroerd om dan weer iets nieuws in voorraad te nemen.
Is er iets te merken van zijn islamitische achtergrond? Jawel, zijn collectebakje voor een goed doel. Vroeger hadden vrijwel alle middenstanders zoiets. Nu zie je ze bijna alleen nog bij allochtone winkeliers, in Bourass' geval van Islamic Relief, een wereldwijde organisatie die zich vooral op wezen richt. Hij vind zijn geloof geen onderwerp van gesprek, wil ook niet horen van verschillen, vooroordelen, tegenstellingen. Het niet te vermijden woord respect valt.
Hij is getrouwd met een Nederlandse. Hij heeft twee kinderen en de gedachte dat die de zaak ooit zouden overnemen vindt hij best aantrekkelijk. Maar dat zal nog jaren duren, want Bourass blijft werken en wel in Amsterdam. Filialen beginnen, een keten opbouwen? "Te veel verantwoordelijkheid." Terug gaan naar Marokko? "Hooguit met vakantie."
Een klant wil twee mandarijnen en een banaan afrekenen
"En mag ik er twee zakjes bij? Eentje voor mijn zadel, want
dat lekt."
Het mag.
"Dat is dan 85 cent."
"Mag ik pinnen?"
Dat mag ook.
Moustapha Bourass laat zich niet van zijn stuk brengen.
2010